De zeer bekende kersentaart uit de Limousin kan in deze week van de Limousin-blog niet overgeslagen worden. De ‘echte’ clafoutis komt van oorsprong uit de Franse streken Limousin en Auvergne en wordt daar altijd gemaakt met kersen, maar in de rest van Frankrijk wordt ook wel ander fruit gebruikt. Een clafoutis is geen echte taart en lijkt eigenlijk nog het meest op een veredelde pannenkoek. Clafoutis wordt lauwwarm gegeten en in Frankrijk geserveerd als nagerecht.
De verhoudingen van deze taart moeten niet streng gevolgd worden. Door wat meer bloem te nemen wordt de taart groter, een ei meer geeft een fijnere smaak. Let op: er moet een dichte schaal gebruikt worden (dus geen springvorm) om het lekken tegen te gaan.
Ingredienten voor een taart voor 6 personen:
125 gram bloem, 100 gram suiker, 2 hele eieren, klein beetje melk, 20 gram boter, 1 snufje zout, 400 gram zwarte kersen, 2 eetlepels fijne suiker
Voorbereiding:
Kersen wassen en ontpitten.
Schotel beboteren.
Oven voorverwarmen, thermostaat 7 – 240 ?C.
Bereidingswijze:
De bloem in een kom doen, er een kuiltje in maken en daarin de suiker, het zout en de hele eieren doen. Bewerken door er de bloem geleidelijk onder te mengen. Als het mengsel dik wordt, de melk er bijvoegen. Het deeg moet redelijk vloeibaar worden en zonder klonters zijn.
De kersen verdelen over de bodem van de schotel. Er voorzichtig het deeg over gieten. Eventueel enkele klontjes boter bovenop leggen.
De schotel in het midden van de warme oven plaatsen en 30 minuten laten bakken.
Door het bakken komt de taart omhoog en wordt goudbruin. Bij het afkoelen zakt ze terug omlaag.
Lees ook:Recept van de week: creme brulee
Lees ook:Recepten uit Bretagne
Lees ook:Recept: Franse soesjes met speculaas
Lees ook:Streekgerecht uit de Lorraine: Paté Lorrain
Lees ook:Tarte Tatin: Recept en geschiedenis