Ik vind het altijd leuk om door kookboeken te bladeren, en helemaal als het gaat om recepten uit de eervorige eeuw. Het idee alleen al dat de mensen toen gewoon precies hetzelfde aten als wij nu, alleen dan waarschijnlijk op hout gekookt… geweldig.
Tussen de april-recepten uit La cuisine de tous les mois van Philéas Gilbert (1899) vond ik de beschrijving van carottes glaçées: geglaceerde wortelen. Te eten als groente, schrijft hij erbij, maar ook mooi als garnering bij gebraden vlees. Zo maak je ze:
- snijd 500 gram verse wortelen in stukken van 3 cm en rond de hoeken een beetje af (denk aan de vorm van een dikke olijf)
- doe ze in een pan met water, zodat ze net onder water staan, en voeg een schep zout, 15 gram suiker en 60 gram roomboter toe (wil je liever geen suiker/zuivel eten, vervang dit dan door bijv. rijststroop en olijf- of sesamolie)
- laat alles koken totdat het kooknat ingedikt is (siroop-achtig)
- wentel de worteltjes door het kooknat, zodat ze gaan glimmen, en dien op in een mooie groenteschaal (of naast het vlees op het bord), eventueel met wat gehakte peterselie
Bon appétit !
Lees ook:Corsicaanse streekgerechten (deel 2)
Lees ook:Recept van de week: Rillettes uit de Loire
Lees ook:Recept van de week: stoofpotje lamsvlees uit Aquitaine
Lees ook:Extra Limousin recept: clafoutis
Lees ook:Waterzoï: Een streekgerecht uit Nord-Pas de Calais